Zonnevelden exploiteren. door wie?
In een aantal kernen van onze gemeente zijn coöperaties van burgers en groepen burgers al volop bezig met het maken van plannen voor verduurzamen en voor de energietransitie Lokale initiatieven dienen te gaan vóór particuliere initiatieven. Zie bijvoorbeeld “Klimaatplein Heusden”, waarin groepen uit Hedikhuizen, Herpt Heusden-vesting, Doeveren en Heesbeen samenwerken.
Dat is een sociaal en gemeenschapsvormend proces, waardoor ook de vitaliteit in de kernen wordt bevorderd. De plaatselijke groepen gebruiken de opbrengst van de zonnevelden om allerlei investeringen voor het verduurzaming in de kernen te kunnen betalen. Het exploiteren van zonnevelden door plaatselijke groepen die de opbrengst gebruiken voor het verduurzamen van hun kern dient voorrang te krijgen vóór de exploitatie door particulieren/ bedrijfsontwikkelaars.
Zonneveldlocaties en de landschappelijke inpassing
Het kiezen van locaties voor zonnevelden, het aanleggen daarvan en de landschappelijke inpassing dient zeer zorgvuldig te gebeuren. Voor de landschappelijke inpassing is 10% van de zonneveld-oppervlakte beschikbaar. Houtwallen dienen de zonnevelden zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken. Na het einde van de 25 jaar blijven de houtwallen voor een groot deel permanent, speciaal de noord-zuid gerichte houtopstanden, waardoor het oude slagenlandschap voor een deel kan herleven en het landschap blijvend een stevige impuls krijgt.
De aanleg van zonnevelden en de bodem
Het leggen van zonnepanelen heeft een groot effect voor de waterhuishouding, de lichtinval, de kwaliteit van de bodem dus. Om de ecologische kwaliteit en biodiversiteit te bevorderen dienen de panelen op een hoogte van tenminste 60 cm te worden geplaatst, dient op de bodem een kruidenlaag te worden aangelegd, moet het gebruik van pesticiden worden verboden en is er ’n flinke afstand nodig tussen de panelen. Schapen kunnen onder die panelen grazen. Meervpoudig gebruik dus.
Zonnevelden dienen te zorgen voor een maatschappelijke meerwaarde.
Een stevige impuls voor de (uitgemolken) grond zorgt voor een maatschappelijke meerwaarde doordat de biodiversiteit op het zonneveld dan sterk toeneemt. Die stevige maatschappelijke meerwaarde (naast goede landschappelijke inpassing) dient het uitgangspunt van het beleid te zijn. Draagt de zonneontwikkelaar minder bij aan bijvoorbeeld de biodiversiteit, dan moet hij een flinke bijdrage (bv de helft van het rendement) storten in een duurzaamheidsfonds.
Zoals er ook een gemeentelijk landschapsfonds bestaat, waarin bijdragen moeten worden gestort als er bij agrarische uitbreiding in het buitengebied onvoldoende kwaliteits-verbetering is, zo kan er nu een duurzaamheidsfonds komen. Zonneontwikkelaars die slechts willen voldoen aan minimale inrichtingseisen (geen pesticiden, panelen op 50cm hoogte en panelendichtheid van 60%) storten hierin jaarlijks hun bijdrage. Dit vereist maatwerk.
De inwoners profiteren van de storting in het duurzaamheidsfonds omdat daaruit kredieten voor investeringen in duurzaamheid/energietransitie kunnen worden verstrekt.
Handhaving van de afspraken over landschappelijke inpassing en exploitatie
Goede controle en handhaving van aanleg landschappelijke inpassing en aanleg/exploitatie zonnevelden is noodzakelijk. Als de gemeente ozb-belasting voor de zonnevelden gaat ontvangen (hetgeen nog niet zeker is), zou een deel van de opbrengst daarvan hiervoor kunnen worden gebruikt.
Zonnevelden bieden dus naast energie ook kansen voor het landschap, de natuur en de energietransitie in Heusden.